Ik denk steeds vaker na over de mensen die vertrekken terwijl je ze eigenlijk had willen houden. Niet omdat ze opbranden, of iets dramatisch meemaken. Maar omdat er onderweg iets is kwijtgeraakt. Eerst in energie door het gebrek aan gezien en gesnapt worden. Dan in betrokkenheid en uiteindelijk in loyaliteit. Maar vooral: het gesprek daarover.
In een tijd waarin ik zie dat organisaties van alles uit de kast halen om mensen te werven, vind ik het soms opvallend stil als het gaat over behoud. Niet het tegengaan van natuurlijke verloop of verloop dat hoort bij een reorganisatie, dat hoort erbij. Ik bedoel het vertrek van mensen waarvan je dacht: met jou wilden we verder. Medewerkers die je gunde om door te groeien en zelfs nodig had als organisatie. Mensen waarin je toekomst zag, maar die ineens vertrekken. Dit zie ik als de aderlating van allerlei vormen van kapitaal.
Ik geloof niet dat het gebrek aan loyaliteit is. Ook niet dat we een generatie kunnen labelen als mensen die niet doorzetten, lui zijn, totaal andere behoeften hebben of weet ik veel wat ik allemaal in generatieartikelen lees. Ik denk dat het vaak begint met een stilte. Daarmee bedoel ik: je niet (meer) uitspreken.
Twijfel die onuitgesproken blijft en onvrede die te klein voelt om te benoemen. Ook hoor ik vaak het argument dat ze het al meerdere keren hebben aangegeven maar geen verandering zien. Â Aan de andere kant van de tafel zien we de leidinggevenden die het wel voelen, maar niet precies weten hoe of wanneer het aan te kaarten.
En ik snap het. Echt in gesprek gaan over wat je raakt, waar je op vastloopt, of dat je de oplossing niet hebt, dat is niet gemakkelijk. Zeker als de agenda’s vol zitten, de werkdruk hoog is, en het soms al lastig is om überhaupt even écht aandacht te hebben voor elkaar. Maar ik zie ook: het gesprek dat nÃét gevoerd wordt, laat z’n sporen na. Niet alles hoeft besproken te worden en direct te worden opgelost. Soms is het ook gewoon even pittig omdat het allemaal nieuw is of van alles aan het veranderen is. Maar wat onbesproken blijft, wordt zelden vanzelf beter.
Voor mij zit het echte gesprek niet in de vaste momenten tussen manager en medewerker, al kunnen die wel helpen. Het zit in de vraag of we aandacht hebben voor elkaar. Niet één keer maar steeds opnieuw. En dat vraagt eigenaarschap aan beide kanten. De medewerker die blijft delen, ook als het spannend is. De manager die blijft luisteren en meedenken, ook als er geen pasklaar antwoord is.
Niet perfect, wel oprecht. Ik geloof dat daar de sleutel ligt.

Geef een reactie